Onze ego is de slang die ons tegenhoudt om van een ander te houden.

De betekenis achter het verhaal van Adam, Eva en de slang is eigenlijk heel eenvoudig. De slang vertegenwoordigt het ego dat zich openbaart tussen Adam en Eva, de man en de vrouw. Dat is in feite de kern van het verhaal.

Een voorbeeld: stel je voor dat een blij, jong paar verliefd wordt. Ze omhelzen elkaar, zoenen en lachen samen, ze gaan naar de film en naar het strand. Ze trouwen en trekken bij elkaar in. Alles is geweldig. Ze zijn in de Hof van Eden.

Opeens komt de slang (het ego) opdagen. Ze krijgen ruzie. Daarna gaan ze op zoek naar manier om elkaar het beste te kunnen manipuleren; "Hoe krijg ik het voor elkaar dat hij/zij doet wat ik wil?" Dit gebeurt met ons,omdat de slang (het ego dat in ons zit) ons tegenhoudt van een ander te houden en ervoor zorgt dat onze liefde al vanaf het begin af aan, egoïstisch is.

Onder deze omstandigheden, is het dichtst dat we tot liefde kunnen komen, door middel van het zoveel mogelijk opgeven van onze ego's in het dagelijkse leven. Maar toch lost dit het probleem niet op en laat dit ons niet toe om echte, onvoorwaardelijke liefde te ervaren. Hier biedt de Kabbalah een andere oplossing aan: het corrigeren van onze ziel vanuit de wortel ofwel de kern. Dit betekent het corrigeren van de slang, die ons van onze partners afzondert.

Om dit te doen, moeten beiden partners beseffen dat er een doel is in het leven, dat boven deze wereld staat. Dan realiseren ze zich ook dat ze dit alleen kunnen bereiken, als ze een partner in hun leven hebben waarmee ze samen op het spirituele pad doorgaan. Dit is de betekenis van het vers: "Man, vrouw and de Goddelijke Aanwezigheid tussen hen". Daarmee wordt bedoeld dat als wij de Goddelijke Aanwezigheid - de spiritualiteit - willen bereiken, we ons op de juiste manier met elkaar moeten verbinden.

In plaats van elkaar uit te buiten, vullen Adam en Eva elkaar dan aan. En de slang wordt, in plaats dat die de man en de vrouw uit elkaar halen, een stuwende kracht, die hen duwt om de Kracht van Boven - de Goddelijke Aanwezigheid, of de Schepper te onthullen.