Kabbalah.info - Kabbalah Education and Research Institute

Boek der Schepping

Sefer Yetzira

Deel 1

Misjna 1: Door tweeëndertig verborgen wegen der wijsheid bepaalde de Heerser der heerscharen, de Heerser van Hem bevattenden, de Gebieder van het leven en de Koning van de verborgenheid, de almachtige G-d, de Genadige en de Barmhartige, de Hoogverhevene en Hooggeprezen, de Gezetelde in Eeuwigheid en in Afgescheidenheid, Zijn naam is de Hoogverhevene en Afgezonderde, met name Hij schiep Zijn verborgenheid met drie boeken – een boek, een verteller en een verhaal.

Misjna 2: De tien sfirot van de verborgenheid, de tweeëntwintig fundamentele letters, de drie aartsmoeders, de zeven dubbele en de twaalf eenvoudige.

Misjna 3: De tien sfirot van de verborgenheid, naar het aantal van tien vingers, vijf tegen vijf. En één geheel vormend verbond, dat in het midden is opgesteld, door het woord taal en het woord besnijdenis.

Misjna 4: De tien sfirot van de verborgenheid – de tien en niet negen, de tien en niet elf. Begrijp met wijsheid, wees wijs door het begrijpen. [Hij] onderscheidt hen, onderzoek, herstel het voorwerp op zijn plaats en keer de Schepper in Zijn woning terug.

Misjna 5: De tien sfirot van de verborgenheid – hun maat is zodanig tien, dat er is geen einde aan. De afgrond van het begin en de afgrond van het einde, de afgrond van het goed en de afgrond van het kwaad, de afgrond van de verhevenheid en de afgrond van de laagheid, de afgrond van het Oosten en de afgrond van het Westen, de afgrond van het Noorden en de afgrond van het Zuiden – en de Enige Meester, de Schepper, de Trouwe Koning, de Regeerder van allen vanuit Zijn Afgescheiden plaats, eeuwig.

Misjna 6: De tien verborgen sfirot, zij zien als een vorm van een bliksemschicht uit, hun bestemming is onmogelijk te beschrijven, doch bespreek ze opnieuw en opnieuw, jaag Hem met zuivere uitdrukkingen na, voel diepe achting voor Zijn troon.

Misjna 7: De tien verborgen sfirot, flonkerende, hun einde is in het begin, hun begin is in het einde, als een vlam zich aan de kool houdende, hun Meester is Eén, er is geen andere, voor de Eén wat zal je vertellen.

Misjna 8: De tien verborgen sfirot, houdt je mond van het spreken tegen, van gedachten aan Hem in je hart. Indien te bespreken streeft je mond, te denken [streeft] je hart, bezin je, zoals de profeet Jechezkel [zei]: "Dieren lopen, keren terug, en daarop is hun verbond gevestigd".

Misjna 9: De tien sfirot, die de Geest van de Meester van het Leven verbergen, gezegend en de zegen gevend is de naam van de Eeuwig Levende, de stem, de geest, de spraak en Hij [is] de Roeach ha-Kodesj (Roeach – Geest, ha-Kodesj – de Heilige – vert.)

Misjna 10: Twee geesten uit de geest, in hem drukte Hij af en hieuw uit de tweeëntwintig fundamentele letters, de drie aartsmoeders, de zeven dubbele en twaalf eenvoudige, één geest komt uit hen.

Misjna 11: De drie wateren uit de vind, in hen drukte Hij af en hieuw uit de tweeëntwintig letters uit de chaos en leegte, leem en zand prentte Hij als ligatuur in, hieuw als een muur rondom hen uit.

Misjna 12: De vier, het vuur uit water prentte Hij in en hieuw in hem de Troon der Eer uit: Serafiem, Ofaniem, de Heilige Dieren en Dienstdoende Engelen. Uit de drie ervan stichtte Hij de plaats van zijn Verblijf, zoals is gezegd: "Hij maakt van de zijne tot Geesten, Zijn dienaren is het verbrandende vuur".

Misjna 13: Hij koos de drie eenvoudige letters door het geheim van de "Drie Aartsmoeders": Alef, Mem, Sjin. Hij bevestigde ze in Zijn grote naam, drukte met hen de zes zijden af. Als de vijfde verzegelde Hij de hoogte. Hij richtte zich tot de hoogte en verzegelde [die] in de naam joed-hej-vav. Als de zesde verzegelde Hij de laagte. Hij richtte zich naar [de ruimte] beneden en verzegelde [die] in de naam hej-joed-vav. Als de zevende verzegelde Hij in het Oosten. Hij wendde zich voor hem en verzegelde [hem] in de naam joed-vav-hej. Als de achtste verzegelde Hij het Westen. Hij wendde zich achter hem en verzegelde [die] in de naam vav-hej-joed. Als de negende verzegelde Hij het Zuiden. Hij richtte zich tot zijn rechte zijde en verzegelde [die] in de naam joed-vav-hej. Als de tiende verzegelde Hij het Noorden. Hij richtte zich tot zijn linke zijde en verzegelde [die] met de letters hej-vav-joed.

Misjna 14: Dat zijn de tien afhoudende sfirot. Doch de Geest is één van de Meerster des Levens, de Geest is uit de Geest, het Water is uit de Geest, het Vuur is uit het Water, de Hoogte en de Laagte, het Oosten en het Westen, het Noorden en het Zuiden.

Deel 2

Misjna 1: De tweeëntwintig fundamentele letters, de drie aartsmoeders, de zeven dubbele en twaalf eenvoudige. De drie aartsmoeders Alef – Mem – Sjin. Hun basis is – de beker der verdiensten en overtredingen, maar de taal van de weegschaal der wet, welke neigt in het voordeel van één ervan. De drie aartsmoeders: Mem de zwijgende, Sjin de fluitende, Alef is de lucht, welke zich tussen hen neigt.

Misjna 2: De tweeëntwintig fundamentele letters drukte Hij af, hieuw ze uit, verenigde ze, woog ze af en veranderde. En Hij vormde de gehele schepping ermee, alles wat ooit gevormd zal worden.

Misjna 3: D tweeëntwintig fundamentele letters, Hij prentte ze in een stem in, hieuw ze in de geest uit, vestigde ze in de mond in vijf plaatsen: Alef, Chet, Hej, Ain – in de keel; Giemel, Joed, Chaf, Koef – in het gehemelte; Dalet, Tet, Lamed, Noen, Tav – in de tong; Zain, Samech, Sjin, Rejsj, Tsadi – in de tanden; Beth, Vav, Mem, Pej – in de lippen.

Misjna 4: De tweeëntwintig fundamentele letters, Hij vestigde ze in het rad, als een muur met 231 poorten, het rad herhaalt zich van voren en van achter. Een teken ervoor is: er bestaat in het goed geen hogere dan het genot, er bestaat in het kwaad geen lagere dan de melaatsheid.

Misjna 5: Hoe woog Hij af en veranderde: Alef met allen en allen met Alef, Beth met allen en allen met Beth, en zij keerde terug. Zo krijgt men 231 poorten, en eenieder die gevormd en uitgesproken is, door één naam ontstaat.

Misjna 6: Hij vormde de Werkelijkheid uit de Leegte, degene, die er niet was creëerde Hij. En – er is, Hij hieuw grote pallen uit de lucht uit, het is onmogelijk ze te vangen. En een teken ervoor: Alef met allen en allen met Alef neemt waar en vervangt, en maakt eenieder gevormd en eenieder in één naam uitgesproken. En een teken ervoor zijn tweeëntwintig dingen in één lichaam.

Deel 3

Misjna 1: De drie aartsmoeders Alef – Mem – Sjin. Hun basis is de beker van zondigheden en de beker van verdiensten. De taal van de weegschaal – de wet die tussen hen beslist.

Misjna 2: De drie aartsmoeders – Alef - Mem – Sjin. Het geheim is groot verwonderlijk verborgen, met zes zegels verzegeld, van hen komen lucht – water – vuur uit, van hen zijn de aartsvaders ontstaan, van de aartsvaders van de generatie.

Misjna 3: De drie aartsmoeders Alef – Mem – Sjin. Hij prentte ze in, hieuw ze uit, verenigde ze, woog af, veranderde en vormde met hen de drie aartsmoeders Alef – Mem – Sjin in de wereld, de drie aartsmoeders in een jaar, de drie aartsmoeders in de ziel van een man en een vrouw.

Misjna 4: De drie aartsmoeders Alef – Mem – Sjin in de wereld [zijn] lucht – water – vuur. De hemelen zijn uit het vuur geschapen, de aarde – uit het water, de lucht uit de geest neigt tussen hen in.

Misjna 5: De drie aartsmoeders Alef – Mem – Sjin in een jaar [zijn] hitte – koude – gemoedsrust. De hitte is uit het vuur geschapen, de koude – uit het water, de gemoedsrust uit de geest die neigt tussen hen in.

Misjna 5: De drie aartsmoeders Alef – Mem – Sjin in de ziel van een man en een vrouw [zijn] het hoofd – buik – lichaam. Het hoofd is uit het vuur geschapen, de buik – uit het water, het lichaam – uit de geest die neigt tussen hen in.

Misjna 7: (Baba 1) Hij bevestigde de letter Alef in de geest, bond de Kether er aan vast, verenigde ze met elkaar en vormde ermee de lucht – in de wereld, de gemoedsrust – in het jaar, het lichaam – in de ziel, de man in Alef – Mem – Sjin en de vrouw in Alef – Mem –Sjin.

Misjna 8: (Baba 2) Hij vestigde de letter Mem in het Water, bond de Kether er aan vast, verenigde ze met elkaar en vormde ermee de aarde – in de wereld, de koude – in het jaar, de buik – in de ziel, de man in en de vrouw in Mem – Alef – Sjin.

Misjna 9: (Baba 3) Hij vestigde de letter Sjin in het vuur, bond de Kether er aan vast, verenigde ze met elkaar en vormde ermee de hemelen – in de wereld, de hitte – in het jaar, het hoofd – in de ziel, de man in Sjin – Alef – Mem en de vrouw in Sjin – Alef – Mem.

Deel 4

Misjna 1: De zeven dubbele [zijn] "Beth, Giemel, Dalet" "Kaf, Pej, Rejsj, Tav" ontstaan door twee wegen Beth – Beth, Giemel – Giemel, Dalet – Dalet, Kaf – Kaf, Pej – Pej, Rejsj – Rejsj, Tav – Tav. De opbouw is zacht en hart, de opbouw is sterk en zwak.

Misjna 2: De zeven dubbele [zijn] "Beth, Giemel, Dalet" "Kaf, Pej, Rejsj, Tav" hun grondslag is wijsheid, rijkdom, zaad, leven, macht, vrede, schoonheid.

Misjna 3: De zeven dubbele [zijn] "Beth, Giemel, Dalet" "Kaf, Pej, Rejsj, Tav" – in het spreken en in het vervangen: in plaats van wijsheid domheid, in plaats van rijkdom armoede, in plaats van zaad woestijn, in plaats van leven dood, in plaats van macht slavernij, in plaats van vrede oorlog, in plaats van schoonheid lelijkheid.

Misjna 4: De zeven dubbele [zijn] "Beth, Giemel, Dalet" "Kaf, Pej, Rejsj, Tav" – naar boven en naar beneden, naar het oosten en naar het westen, naar het noorden en naar het zuiden. De centrale hal van de Tempel bevindt zich in het centrum en hij houdt allen [bij elkaar].

Misjna 5: De zeven dubbele [zijn] "Beth, Giemel, Dalet" "Kaf, Pej, Rejsj, Tav". De zeven en niet zes, de zeven en niet acht. Onderscheidt ze, onderzoek ze, zet elk ding op zijn plaats en keer de Schepper in zijn Verblijf terug.

Misjna 6: De zeven dubbele [zijn] "Beth, Giemel, Dalet" "Kaf, Pej, Rejsj, Tav" prentte Hij ze in, hieuw ze uit, verenigde ze, woog ze af, verving en vormde ermee de 7 sterren in de wereld, de 7 dagen in het jaar, de 7 poorten in de ziel van een man en een vrouw.

Misjna 7: De zeven sterren in de hemel zijn: Saturnus, Jupiter, Mars, Zon, Venus, Mercurius, Maan. De zeven dagen van de week. De zeven poorten in de ziel van een man en een vrouw: twee ogen, twee oren, twee neusgaten en mond.

Misjna 8: (Baba 1) Hij bevestigde de letter Beth in wijsheid, bond de Kether er aan vast, verenigde ze met elkaar en vormde ermee de Maan in de wereld, de eerste dag in het jaar, de rechte oog in de ziel van een man en een vrouw.

Misjna 9: (Baba 2) Hij bevestigde de letter Giemel in rijkdom, bond de Kether er aan vast, verenigde ze met elkaar en vormde ermee de Mars in de wereld, de rechte oor in de ziel van een man en een vrouw.

Misjna 10: (Baba 3) Hij bevestigde de letter Dalet in zaad, bond de Kether er aan vast, verenigde ze met elkaar en vormde ermee de Zon in de wereld, de derde dag in het jaar, de rechte neusgat in de ziel van een man en een vrouw.

Misjna 11: (Baba 4) Hij bevestigde de letter Kaf in leven, bond de Kether er aan vast, verenigde ze met elkaar en vormde ermee de Venus in de wereld, de vierde dag in het jaar, de linke oog in de ziel van een man en een vrouw.

Misjna 12: (Baba 5) Hij bevestigde de letter Pej in macht, bond de Kether er aan vast, verenigde ze met elkaar en vormde ermee de Mercurius in de wereld, de vijfde dag in het jaar, de linke oor in de ziel van een man en een vrouw.

Misjna 13: (Baba 6) Hij bevestigde de letter Rejsj in vrede, bond de Kether er aan vast, verenigde ze met elkaar en vormde ermee de Saturnus in de wereld, de zesde dag in het jaar, de linke neusgat in de ziel van een man en een vrouw.

Misjna 14: (Baba 7) Hij bevestigde de letter Tav in schoonheid, bond de Kether er aan vast, verenigde ze met elkaar en vormde ermee de Jupiter in de wereld, de zevende dag in het jaar, de mond in de ziel van een man en een vrouw.

Misjna 15: De zeven dubbele [zijn] "Beth, Giemel, Dalet" "Kaf, Pej, Rejsj, Tav", waarmee de zeven werelden zijn ingeprent, de zeven hemelgewelven, de zeven droge, de zeven zeeën, de zeven revieren, de zeven woestijnen, de zeven dagen, de zeven weken, de zeven jaren, de zeven (maal van perioden van) zeven jaren, de zeven (maal van perioden van) vijftig jaren, de Centrale Hal van de Tempel. Daarom vatte Hij liefde voor [alle vormen van] zevens in het gehele hemelgewelf.

Misjna 16: Twee stenen bouwen twee bouwsels op, drie stenen bouwen zes bouwsels op, vier stenen bouwen vierëntwintig bouwsels op, vijf stenen bouwen honderd twintig bouwsels op, zes stenen bouwen zevenhonderd twintig bouwsels op, zeven stenen bouwen vijfduizend en veertig bouwsels op. Vanaf hier en verder ga en bereken datgene, wat de mond niet kan uitspreken en het oor niet kan aanhoren.

Deel 5

Misjna 1: De twaalf eenvoudige: hej vav zain, chet tet joed, lamed noen samech, ain tsadi koef. Hun fundamenten zijn: spraak twijfel lopen, gezicht gehoor daad, verlangen reukzin slaap, boosheid vraatzucht lichtzinnigheid

Misjna 2: De twaalf eenvoudige: hej vav zain, chet tet joed, lamed noen samech, ain tsadi koef. Hun fundamenten zijn twaalf ribben diagonaal:

rib oosterse van boven

rib noordoostelijke

rib oosterse van beneden

rib zuidelijke van boven

rib zuidoostelijke

rib zuidelijke van beneden

rib westelijke van boven

rib zuidwestelijke

rib westelijke van beneden

rib noordelijke van boven

rib noordwestelijke

rib noordelijke van beneden

Zij verbreden zich en lopen in de oneindigheid uit. Dat is de grens van de wereld.

Misjna 3: De twaalf eenvoudige: hej vav zain, chet tet joed, lamed noen samech, ain tsadi koef. Hij stichtte ze, prentte ze in, hieuw ze uit, verenigde ze, woog ze af, verving en vormde ermee de twaalf Sterrenbeelden in de wereld, de twaalf maanden in het jaar, de twaalf Leiders in de ziel van een man en een vrouw.

Misjna 4: De twaalf Sterrenbeelden zijn in de wereld: Ram, Stier, Tweelingen, Kreeft, Leeuw, Maagd, Weegschaal, Schorpioen, Boogschutter, Steenbok, Waterman, Vis.

Misjna 5: De twaalf maanden in het jaar zijn: Nisan, Iejar, Sievan, Tamoez, Av, Eloel, Tiesjrej, Chesjvan, Kieslev, Tevet, Sjvat, Adar.

Misjna 6: De twaalf Leiders in de ziel van een man en een vrouw zijn: twee handen, twee benen, twee longen, een galblaas, dunne darm, lever, darmkanaal, maag, milt.

Misjna 7: (Baba 1 uit de eerste) Hij bevestigde de letter Hej in het spreken, bond de Kether er aan vast, verenigde ze met elkaar en vormde ermee de Ram in de wereld, de Niesan in het jaar, het rechte been in de ziel van een man en een vrouw.

(Baba 2 uit de eerste) Hij bevestigde de letter Vav in twijfel, bond de Kether er aan vast, verenigde ze met elkaar en vormde ermee de Stier in de wereld, de Iejar in het jaar, de rechte long in de ziel van een man en een vrouw.

(Baba 3 uit de eerste) Hij bevestigde de letter Zain in het lopen, bond de Kether er aan vast, verenigde ze met elkaar en vormde ermee de Tweelingen in de wereld, de Sievan in het jaar, het linke been in de ziel van een man en een vrouw.

Misjna 8: (Baba 1 uit de tweede) Hij bevestigde de letter Chet in het gezicht, bond de Kether er aan vast, verenigde ze met elkaar en vormde ermee de Kreeft in de wereld, de Tamoez in het jaar, de rechte hand in de ziel van een man en een vrouw.

(Baba 2 uit de tweede) Hij bevestigde de letter Tet in het gehoor, bond de Kether er aan vast, verenigde ze met elkaar en vormde ermee de Leeuw in de wereld, de Av in het jaar, de linke long in de ziel van een man en een vrouw.

(Baba 3 uit de tweede) Hij bevestigde de letter Joed in het gehoor, bond de Kether er aan vast, verenigde ze met elkaar en vormde ermee de Maagd in de wereld, de Eloel in het jaar, de linke hand in de ziel van een man en een vrouw.

Misjna 9: (Baba 1 uit de derde) Hij bevestigde de letter Lamed in het verlangen, bond de Kether er aan vast, verenigde ze met elkaar en vormde ermee de Weegschaal in de wereld, de Tiesjrej in het jaar, de galblaas in de ziel van een man en een vrouw.

(Baba 2 uit de derde) Hij bevestigde de letter Noen in het verlangen, bond de Kether er aan vast, verenigde ze met elkaar en vormde ermee de Schorpioen in de wereld, de Chesjvan in het jaar, de dunne darm in de ziel van een man en een vrouw.

(Baba 3 uit de derde) Hij bevestigde de letter Samech in het verlangen, bond de Kether er aan vast, verenigde ze met elkaar en vormde ermee de Boogschutter in de wereld, de Kieslev in het jaar, het maag in de ziel van een man en een vrouw.

Misjna 10: (Baba 1 uit de vierde) Hij bevestigde de letter Ain in het verlangen, bond de Kether er aan vast, verenigde ze met elkaar en vormde ermee de Steenbok in de wereld, de Tevet in het jaar, het lever in de ziel van een man en een vrouw.

(Baba 2 uit de vierde) Hij bevestigde de letter Tsadi in het verlangen, bond de Kether er aan vast, verenigde ze met elkaar en vormde ermee de Waterman in de wereld, de Sjvat in het jaar, het darmkanaal in de ziel van een man en een vrouw.

(Baba 3 uit de vierde) Hij bevestigde de letter Koef in het verlangen, bond de Kether er aan vast, verenigde ze met elkaar en vormde ermee de Vis in de wereld, de Adar in het jaar, de milt in de ziel van een man en een vrouw.

Deel 10

Misjna 1: Hier zijn zij de drie aartsmoeders Alef – Mem – Sjin. Uit hen [zijn] de drie aartsvaders. Zij zijn lucht, water, vuur. Van de aartsvaders zijn nakomelingen, drie aartsvaders en hun nakomelingen, en zeven sterren, en hun scharen, en twaalf ribben diagonaal.

Misjna 2: De drie aartsmoeders zijn Alef – Mem – Sjin = lucht, water, vuur. Het vuur is boven, het water is beneden, de lucht [is] geest, de wet die neigt tussen hen in. Een teken ervoor is het vuur, dat het water steunt. Mem is de zwijgende, Sjin is de fluitende, Alef lucht [is] geest, de wet die neigt tussen hen in.

Misjna 3: In de wereld is [men] als op de troon, een kringloop in een jaar als koning in een koninkrijk, het hart in de ziel als koning op het oorlogspad.

Misjna 4: Ook één tegenover de ander schiep de Schepper: het goed tegenover het kwaad, het kwaad tegenover het goed, het goed uit goed, het kwaad uit kwaad, het goed onderscheidt het kwaad en het kwaad onderscheidt het goed, het goed wordt voor de goeden bewaard en het kwaad voor de kwaden.

Misjna 5: [Er zijn] drie, [waarvan] elke staat op zichzelf: één verdedigt, en één beschuldigt, en één neigt tussen hen in. [Er zijn] zeven, drie tegen drie en de wet neigt tussen hen in. Twaalf staan in oorlog: drie hebben lief, drie haten, drie doen opleven en drie doden. [Er zijn] drie liefhebbenden – hart en oren, drie hatenden – lever, galblaas en tong, drie die doen opleven – twee neusgaten en milt, drie dodenden – twee openingen en mond. De Schepper, de trouwe Koning, bestuurt allen uit Zijn heilige plaats eeuwig. Eén boven drie en drie boven zeven, zeven boven twaalf, alles is hecht aan elkaar verbonden.

Misjna 6: Hier zijn tweeëntwintig letters: waarmee drukte Hij af en schiep de drie boeken, van deze schiep Hij Zijn gehele wereld, vormde ermee al de gevormden en allen in de toekomst gevormden.

Misjna 7: Wanneer Avraham kwam, keek, zag, begreep, onderzocht, stelde vast en hieuw uit – verkreeg hij de schepping, zoals is gezegd: "En de ziel welke hij maakte in Charan". Terstond openbaarde zich aan hem de Schepper van alles, de Gezegende – voor altijd is Zijn naam, liet hem bij Zich zitten, kuste hem in zijn hoofd, noemde hem Avraham, mijn lieveling, stelde met hem en met zijn nakomelingen het verbond voor eeuwig vast, zoals is gezegd: "En hij geloofde in de Schepper, en het werd hem tot rechtvaardigheid gerekend". Hij stelde met hem het verbond tussen de tien vingers van de handen vast – dat is het verbond van de taal. En tussen de tien tenen van de benen – dat is het verbond van de voorhuid. Hij bond de tweeëntwintig letters van de Tora aan zijn tong vast, onthulde aan Avraham zijn geheim, reinigde hem met water en zette ze in vlam, verstrooide ze door de wind en verbrandde met zeven (7), verdeelde ze tussen de twaalf sterrenbeelden. Het einde van het boek "Sefer Yetzira".

 

Kabbalah Library

Delen