Kabbalah.info - Kabbalah Education and Research Institute

Inleiding tot de Wijsheid van Kabbalah - Voorwoord bij de Wetenschap van Kabbalah - Sefer ha Ilan

Sefer ha-Ielan

Verklaringen en aanwijzingen van plaatsen.Raadpleeg de tekeningen van Sefer ha-Ielan

Tekening 1:In het punt 1 wordt rosj, toch en sof van de partsoef kether de A”K afgebeeld. In het punt 2 – tekening van de partsoef A”B de A”K in rosj, toch, sof, alsmede hoe hij de partsoef kether de A”K bekleedt vanaf zijn pe en eronder. In het punt 3 – tekening van de partsoef Sa”G de A”K in rosj, toch, sof, alsmede hoe hij de partsoef A”B de A”K bekleedt vanaf zijn pe en eronder.

Tekening 1: punt 1Dat is de partsoef kether de A”K, d.w.z., de tien eerste sfirot, welke verspreidden zich van het licht van de Ein Sof binnen de lege plaats na de Tsiemtsoem Alef. Zijn hoofd raakt de Ein Sof van boven, en de siejoem raglav (uiteinden van benen) bevindt zich in het centrale middelpunt, d.i. deze wereld. De partsoef kether heeft drie vormen van tien sfirot: tien sfirot (A”S) de rosj, A”S de toch en A”S de sof.

De tien sfirot de rosj heten wortels van A”S, omdat daar het begin van hun ontstaan is, dat tot stand is gekomen d.m.v. het treffen van A”S van het or jasjar in een zievoeg de-hakaa tegen de masach van de malchoet de rosj, welke A”S van het or chozer op doet stijgen. Dit or chozer bekleedt de A”S van het or jasjar, welk licht van de Ein Sof daar verspreid is. En A”S van het or jasjar zijn van boven naar beneden opgesteld. En het omgekeerde is met het or chozer: zij zijn van beneden naar boven opgesteld. De malchoet van A”S de rosj heet pe.

A”S de toch worden in de partsoefiem A”K akoediem genoemd, zowel in de partsoef kether, als in de A”B en de Sa”G. Echter in de partsoef kether werd het hoogste licht in A”S nog niet afgescheiden en merkbaar, en al het onderscheid tussen hen was alleen in het zich inprenten ervan. De malchoet van A”S de toch heet taboer.

A”S de sof – dat is het einde (siejoem) van elke sfira van A”S tot malchoet, en in de sfira malchoet beëindigt de partsoef, en daarom heet het siejoem raglav.

Tekening 1: punt 2Dat is partsoef A”B de A”K, d.i. de 2-e verspreiding van A”S van de Ein Sof binnen de lege plaats na de Tsiemtsoem Alef. En hij begint vanaf de chochma, en het ontbreekt hem aan het licht van de kether. De partsoef A”B was voortgebracht en ging van de malchoet de rosj van de partsoef kether uit, van zijn pe en eronder tot de taboer van de partsoef kether. Zijn A”S de rosj zijn zoals A”S de rosj van de partsoef de kether de A”K, behalve dat het hem aan kether ontbreekt.

A”S de toch worden hier meer vooruitstekend gemaakt, dan van A”S de toch van de partsoef de kether, omdat in hem werden tien ingangen en tien uitgangen gemaakt in de volgorde van “mate v’lo mate”. En in de sfira kether van A”S de toch zijn er twee keliem in de naam “joed-kej”, en eveneens hun sfira chochma, maar in de sfira biena de “joed-kej” zijn alleen in één klie. “Vav” – in de klie van jessod en “kej tachtona” – in de malchoet. A”S de sof zijn zoals in de partsoef kether de A”K, maar zijn siejoem raglav bevindt zich van boven de taboer van de partsoef kether.

Tekening 1: punt 3Dat is partsoef Sa”G de A”K, d.i. de 3-e verspreiding van A”S van de Ein Sof binnen de lege plaats na de Tsiemtsoem Alef in de rosj, toch en sof. En hij was voortgebracht en ging van de pe de partsoef A”B de A”K uit. Hij begint vanaf de biena, en het ontbreekt hem aan het licht van de kether en het licht chochma. Hij bekleedt de pe en eronder van de partsoef A”B de A”K, maar naar beneden is hij langer dan hem, omdat hij naar beneden gelijk met de siejoem raglav van de partsoef kether de A”K is verspreid.

Tekening 2: punt 1Dat is een opstelling van de partsoef Sa”G de A”K in de tijdruimte van de Tsiemtsoem Alef. En hij is al op de tekening 1, punt 3 aangegeven, maar hier worden twee specifieke partsoefiem toegevoegd, welke van hem zijn voortgebracht. Dat zijn een partsoef taamiem vanaf pe tot de taboer en een partsoef niekoediem vanaf de taboer en eronder.

Tot nu toe was er nog geen bestaan van de drie onderste werelden BaJ”A, immers ook de Sa”G de A”K was tot het punt van onze wereld verspreid. Dus, de emanatie bereikte het punt van onze wereld.

Tekening 2: punt 2Dat is de Sa”G de A”K in de tijdruimte van de Tsiemtsoem Beth voordat een zievoeg in niekvej ejnaim werd gemaakt met het voortbrengen van A”S de niekoediem. D.w.z., dat vanwege het afdalen van de Sa“G tot de inwendige M”A en Bo”N de A”K, verkreeg de biena malchoet, waardoor de beëindigende malchoet, die in het punt van onze wereld stond, opsteeg tot de plaats van de taboer. En de zievoegiem makende malchoet, die in pe de rosj van de Sa”G stond, opsteeg tot de plaats van niekvej ejnaim de rosj van de Sa”G. De ACha”P de rosj daalden in de goef de Sa”G af, en vanaf de taboer en eronder werd een plaats leeg van licht gemaakt. En dat is de partsoef Sa”G in het algemeen.

En zo ook in de bijzondere aspect van de partsoef Sa”G, die volledig onder de taboer is opgesteld, en welke zelf rosj, toch en sof heeft (die ChaBa”D ChaGa”T NHJ”M heten). Ook hier de beëindigende malchoet opsteeg tot de biena de goef, die tieferet heet, in de plaats haar chaze. Daar beëindigt de kav (lijn) van de Ein Sof en eronder is een parsa doorgetrokken. Omdat daar de emanatie beëindigt. En van daar en naar beneden is de plaats gemaakt voor de drie werelden BaJ”A. Van twee derden van de tieferet de tieferet tot de siejoem werd de wereld Brieja gevormd. Van NH”J werd de wereld Jetsiera gevormd, en van de malchoet – de wereld Asieja.

Tekening 2: punt 3Dat is de opstelling van de Sa”G de A”K tijdens de zievoeg, die gemaakt werd in de niekvej ejnaim, zodat ozen, chotem en pe uitkwamen als rosj voor de goef, d.w.z., naar beneden van de plaats van de zievoeg de rosj. Echter, vanwege het feit, dat er geen verdwijnen in het geestelijke is, zijn er hier twee soorten van Acha”P: 1) dat zijn Acha”P in de uitgangsplaats, d.i. in de plaats in rosj zoals zij aan het begin [stonden]; 2) dat zijn Acha”P, welke daalden in de goef daadwerkelijk, d.w.z., onder pe de rosj van de Sa”G – zij heten Acha”P van “niet op hun uitgangsplaats”. En allemaal heten zij inwendige Acha”P.

A”S de toch tot de taboer heten hier eveneens akoediem zoals van vóór de Tsiemtsoem Beth, omdat A”S, welke uit de zievoeg de niekvej ejnaim voortgekomen zijn, konden alleen onder de taboer verschijnen, en zij heten A”S de niekoediem, die hoofdzakelijk van buiten de partsoef Sa”G voortgebracht zijn. Echter, hun binnendelen kwamen in de A”K zelf uit, en deze heten M”A en Bo”N de A”K. Omdat het inwendige deel Ga”R de niekoediem heet M”A de A”K, terwijl het inwendige deel Za”T de niekoediem heet Bo”N de A”K. Zij beëindigen in het punt van de siejoem de Tsiemtsoem Beth, welke parsa heet tussen de Atsieloet en de Brieja, en daaronder – de drie onderste werelden BaJ”A.

Tekening 2: punt 4Dat is de partsoef van de uitwendige ACha”P de Sa”G tot de taboer, en van de taboer en eronder – de partsoef van A”S de niekoediem, welke beëindigen in de parsa. En onder de parsa zijn de drie onderste werelden BaJ”A opgesteld.

De uitwendige ACha”P worden in twee soorten ACha”P verdeeld: de uitwendige ACha”P in hun uitgangsplaats, d.i. welke zich boven pe zijn bevinden; en de uitwendige ACha”P, welke niet op hun uitgangsplaats staan, en die onder pe tot de taboer zijn opgesteld. En hun Ga”R hechten tegen de onderste lip aan en heten “sjiebbolet ha-zakan”. En Ga”R zijn hoofdzakelijk het licht ozen, maar ook chotem en pe zijn in hen ingesloten, en zij zijn de wortels voor Ga”R de niekoediem. En hun Za”T zijn echte chotem en pe, welke onder de sjiebbolet ha-zakan staan en tot de taboer zijn verspreid. En al deze uitwendige ACha”P heten eveneens diekna de Sa”G de A”K.

En A”S de niekoediem zijn vanaf de taboer en eronder zijn opgesteld, hun Ga”R zijn in de correctie van lijnen (kavien) en M”A de A”K bekleden. Hun Za”T staan één onder de ander zoals in de Tsiemtsoem Alef het geval was, en zij Bo”N de A”K bekleden. En onder hen is de parsa en de drie werelden BaJ”A onder de parsa.

Tekening 3: punt 1Dat is de opstelling van vijf partsoefiem de A”K in hun minimale (laagste) toestand. Uit hen werden vijf partsoefiem M”A Chadasj geboren, welke vijf partsoefiem van de Atsieloet in hun minimale (laagste) toestand heten. Vanaf hun definitieve opstelling zal er in hen nooit enige vermindering plaatsvinden.

Tevens zal erin verklaard worden het indelen van elke partsoef in kether en BaJ”A, die ook kether, A”B, Sa”G, M”A en Bo”N worden genoemd. Of jechieda, chaja, nesjama, roeach en nefesj. Zodat elke rosj tot pe heet kether, of jechieda. Vanaf pe tot chaze in elke ervan heet Atsieloet of A”B of chaja. En vanaf chaze tot taboer in elke ervan heet Brieja of nesjama, of Sa”G. En vanaf taboer en eronder van elke ervan heet Jetsiera en Asieja of M”A en Bo”N of roeach en nefesj.

Tevens zal erin verklaard worden het aan elkaar inhullen ervan, zodat elke partsoef een hogere

[partsoef] van pe en eronder bekleedt, zodanig, dat een rosj van elke lagere partsoef bekleedt A”B en Atsieloet van een hogere, en A”B en Atsieloet van een lagere bekleedt Sa”G en Brieja van een hogere. En Sa”G en Brieja van elke lagere bekleedt M”A en Bo”N, die Jetsiera en Asieja van hogere zijn. En zo zien wij, dat een pe van een hogere is (dient als) een galgalta voor een lagere, en een chaze van een hogere is pe voor een lagere, en taboer van een hogere is chaze voor een lagere.

Tevens zal erin verklaard worden het geboren zijn van M”A ha-Chadasj in elke partsoef van de vijf partsoefiem van de Atsieloet en de M”A, die in de partsoef tegenover in de A”K is.

Tekening 4Een opstelling van de Z”A tijdens zijn opstijging voor het bereiken van het niveau nesjama ten opzichte van de vijf partsoefiem de A”K en de partsoefiem de Atsieloet in hun minimale toestand. En ook hoe hij ontvangt en voedt zich van de Brieja de Bo”N de A”K, welke is de partsoef die tegenover in de A”K is.

Tekening 5Een opstelling van de Z”A tijdens zijn opstijging voor het bereiken van het niveau chaja ten opzichte van de vijf partsoefiem de A”K en de partsoefiem de Atsieloet in hun minimale toestand. En ook hoe hij voedt zich van de Atsieloet de Bo”N de A”K, welke is de partsoef die tegenover in de A”K is.

Tekening 6Een opstelling van de Z”A tijdens zijn opstijging voor het bereiken van het niveau jechieda ten opzichte van de vijf partsoefiem de A”K en de partsoefiem de Atsieloet in hun minimale toestand. En ook hoe hij ontvangt en voedt zich van rosj de Bo”N de A”K, welke is de partsoef die tegenover in de A”K is.

Tekening 7Opstellingen van de partsoefiem tijdens zijn opstijging voor het bereiken van het niveau nesjama ten opzichte van de vijf partsoefiem de A”K in hun minimale toestand. En ook hoe elke ervan ontvangt en voedt zich van een partsoef die tegenover in de A”K is.

Tekening 8Opstellingen van de partsoefiem tijdens zijn opstijging voor het bereiken van het niveau chaja ten opzichte van de vijf partsoefiem de A”K in hun minimale toestand. En ook hoe elke ervan ontvangt en voedt zich van een partsoef die tegenover in de A”K is.

Tekening 9Opstellingen van de partsoefiem tijdens zijn opstijging voor het bereiken van het niveau jechieda ten opzichte van de vijf partsoefiem de A”K in hun minimale toestand. En ook hoe elke ervan ontvangt en voedt zich van een partsoef die tegenover in de A”K is.

Tekeningen 10, 11 en 12Deze laat zien hoe de ladder van de trappen nooit verandert, en de trappen in het gehele altijd blijven zoals zij aanvankelijk tijdens het voortbrengen van M”A Chadasj het geval was, d.w.z., zoals het in hun minimale toestand was. Omdat tijdens het opstijgen en het bereiken van de Z”A van het niveau nesjama stegen achter hem ook alle trappen samen op: de vijf partsoefiem de A”K en Atsieloet, en elke ervan het niveau nesjama bereikte, dat met hem [elke ervan] overeenstemde. En op dezelfde manier was het bij het bereiken van chaja en jechieda de Z”A. De tekening 10 – dat is een opstelling van de vijf partsoefiem de A”K tijdens het opstijgen voor het bereiken van het niveau nesjama. De tekening 11 – dat is hun opstelling tijdens het opstijgen voor het bereiken van het niveau chaja. De tekening 12 – dat is hun opstelling tijdens het opstijgen voor het bereiken van het niveau jechieda.

Afkortingen bij de tekeningen:

A”A – partsoef Ariech Anpien van de AtsieloetA”B – de 2e partsoef van de A”KA”K – Adam KadmonA”S – tien sfirotAv”I – partsoef Abba ve Iema van de AtsieloetBo”N – de 5e partsoef van de A”KChaGa”T – chessed-gvoera-tieferetE”S – Ein SofIesjSoe”T – partsoef IesjSoe”T van de AtsieloetKaCha”B – kether-chochma-bienaM”A – de 4e partsoef van de A”KNH”J – netsach-hod-jessodNHJ”M – netsach-hod-jessod-malchoetO”C – or chozerO”J – or jasjarSa”G – de 3e partsoef van de A”KZ”A – Zeir AnpienZo”N – partsoef Zo”N (Z”A + noekva) van de Atsieloet

 

Kabbalah Library

Delen